Finisterre

Vanmorgen om 7 uur ging de wekker zodat wij om 7.30 uur konden ontbijten.
We moesten een klein halfuur naar de bus lopen, de bus van 9 uur naar Finisterre. Het was een mooie rit, die ons door de ongerepte natuur van Galicië bracht. Tenminste, de momenten dat wij wakker waren zag het er mooi uit.
Het was een lange rit, goed 2 uur rijden.  
In Finisterre zijn we meteen begonnen met lopen naar de vuurtoren, daar is het einde van de wereld. Een wandeling van goed drie kwartier.
Bij de vuurtoren was het druk, iedereen wil naar het einde van de wereld, waar zelfs Stephen Hawking naartoe is gerolstoelert. Tenminste, zoiets zal het wel geweest zijn. Er stond een plaquette met zijn naam en dat hij het zo prachtig vond.
Wij vonden het er ook prachtig. We zaten even in onze eigen wereld en gingen onze eigen weg. 
Ik had nog vier stenen vol symbolische last te droppen, voor mij en m'n meiden.
Ik heb ze bij het kruis bij Finisterre achtergelaten. 
Sandor had zijn steen nog te droppen, ik begreep van hem dat hij deze in zee heeft gegooid. 

Na de rust voor onszelf gingen wij wat drinken bij zo'n tentje dat daar toevallig ook aanwezig was. Veel te duur natuurlijk, maar goed, toch maar gedaan. 
Daarna terug naar het dorp, drie kwartier. Onderweg kwamen we Edmond, de Fransoos tegen. Hij was van Santiago doorgelopen en wij troffen hem gewoon onderweg. We hebben elkaar gegroet, wat gesproken en we gingen door. Edmond naar de vuurtoren en daarna naar Muxia. Hij heeft er al goed 1300 kilometer opzitten. 

Toen wij in Finisterre terug waren hebben wij wat gegeten. Ik salade, Sandor vinkte zijn bucket list af met scheermesjes, Jacob's schelpen en octopus. Van alles nam ik een klein hapjes, het was best te doen, maar je mist niks. Sandor vond het heerlijk. 
Na de maaltijd liepen wij verder het dorp door, ik wilde nog even naar de zee, gewoon zitten.
Onderweg kochten we nog 2 stukken tarta de Santiago en deze aten wij op een boothelling, bungelend met onze benen boven zee, lekker op. De vissen zwommen langs en schitterden in de zon. Het was een mooi en best rustgevend gezicht. 

Rond 14.45 uur kwam er een bus langs, het leek ons goed om toch maar te kijken waar hij heen ging. En zo kwam het dat wij eerder dan de planning was, vertrokken, terug naar Santiago. Ook weer een mooie rit, als de ogen open waren.
Park, de Koreaan, had inmiddels gemaild met Sandor dat hij in Santiago was. We spraken af zodra wij terug waren, op het plein voor de kathedraal. Met z'n drieën namen we natuurlijk nog wat foto's, we dronken en aten wat. Bij het ijsje toe namen we afscheid, nu voor altijd waarschijnlijk, al hoopt Park dat wij naar Korea komen. 
Sandor en ik zijn naar onze kamer gegaan. We moesten nog inpakken en klaarmaken voor morgenochtend. Om 5 uur gaat de wekker. Dan begint een dag van terugreizen naar huis. 
Eindelijk. 
Het waren vier heel bijzondere weken, ik had ze niet willen missen. Ik had mijn camino en kan hem nu afvinken. Maar wat ben ik blij dat ik naar huis kan. Lekker naar mijn meiden, de plek waar ik het liefste ben. 

Tot snel, morgen schrijf ik vast nog even kort over de terugweg. Bedankt voor alle leuke en lieve reacties.

Ik ga snel slapen. 

Reacties

Een reactie posten